DUIKEN door: Deena Peeters 3k3

Een jeugdlid van onze vereniging heeft als schoolopdracht een werkstuk over duiken gemaakt. Het eindresultaat is een knap staaltje werk wat informatief en educatief is…….

DUIKEN
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Wat is duiken? 2
De wereld onderwater 2
Opleidingen 3
Duikuitrusting
Gebaren en oefeningen 4
Gevaren 4
Instructeur 5
Buddy 6
Ademhaling 6
Duikomgeving 7
Duikplanning 7
Bootduiken 8
Kompas navigatie 8
Bronvermelding 10
Afsluiting 10

Inleiding
ik heb dit onderwerp gekozen omdat dit mijn sport is. Ik vind het interessant en het is leuk om te doen. Ik weet er zelf wel veel van maar toch niet alles, want het is alweer 4 jaar geleden dat ik de opleiding heb gedaan, dus ik ben ook wel veel dingen vergeten. Wat ik verder nog wil weten is: welke opleidingen er zijn, dieptes, gevaren, leuke duik plekken in Nederland en het buiten land.

 

 

 

 

 

WAT IS DUIKEN?
De eerste duiken is heel raar. Je uitrusting voelt heel onhandig aan. het is zwaar door alles wat je moet meenemen onderwater.  Als je dan onderwater gaat voelt het allemaal nog raarder want, je kan ineens ademen. Na een paar minuten word het rare gevoel heel anders. Je voelt je bril niet meer, je uitrusting is heel licht en niet meer onhandig. Duiken is een en al avontuur die je beleeft. Je ziet overal natuur. Het is super levendig en heel leuk. Maar wat is duiken nou precies? Duiken is voor een langere tijd en diep onderwater blijven met een luchtfles. Wanneer het is onstaan in onduidelijk maar ze vermoeden rond de vijfde eeuw. duiken heeft wel een paar risico`s die je moet weten als je begint met duiken, je leest daar meer over in dit werkstuk. Voordat je echt kan gaan duiken moet je een duikbrevet halen. Daar voor moet je een opleiding hebben gedaan bij een duikteam/duikschool.

De wereld onderwater
Als je onderwater gaat. Is er een hele andere wereld dan dat je boven water zit. Het klinkt anders en je voelt je anders. Ik voel me altijd veel vrijer het is lekker rustig en daardoor word je zelf ook heel rustig. Je maakt zo ook nieuwe indrukken en dat is heel leuk. Daardoor word duiken heel speciaal.
Je zal altijd genieten van de indrukken. Dit is ook een heel belangrijk onderdeel van duiken. Dit is wat duiken leuk maken. Als je duiker word moet je verschillen weten tussen onderwater en bovenwater. Het g
rootste verschil is het drijfvermogen.
Drijfvermogen: heb je weleens afgevraagd waarom een boot blijft drijven en een spijker zinkt? Ik heel vaak maar het is best een makkelijk antwoord. Een boot heeft een vorm die een grote hoeveelheid water kan verplaatsen. Dezelfde hoeveelheid staal in de vorm van een gigantische grote spijker zou zinken. Dit geeft aan dat het drijfvermogen van een voorwerp niet alleen afhankelijk is van het gewicht maar ook van de hoeveelheid water die het verplaatst. Drijfvermogen kan je heel makkelijk uitdrukken: een voorwerp dat in een vloeistof wordt verplaatst, ondervindt een kracht gelijk is aan het gewicht van de hoeveelheid vloeistof die hij verplaatst. Dit betekent dat een voorwerp dat een hoeveelheid water verplaatst die meer weegt dan zijn eigen gewicht blijft drijven.
Zo blijf jij onderwater drijven en kan je stabiel onderwater bewegen dat is dus ook het fijnste om mee te duiken.

Opleidingen
Je hebt heel veel opleidingen maar de opleiding die je nodig hebt voor te kunnen duiken is open water. Je hebt daar twee varianten van:
Open water: 16 jaar en ouder, tot en met 18 meter.
Open water junior: 12 jaar tot 16 jaar, tot en met 12 meter.
Hierbij doe je een paar lessen theorie met natuurlijk ook theorie toetsen, Een examentoets, zwembad praktijk lessen, buitenwaterduik lessen en een praktijkexamen. Waarom hier zo veel mee geoefend word is omdat het duiken met risico`s zit. Je hebt ook nog meer opleidingen. Het is belangrijk dat je een opleiding doet als je zelfstandig gaat duiken. Het is niet nodig als je op vakantie gaat duiken.er is dan altijd iemand bij je die er verstand heeft en een opleiding heeft gedaan die je dan je wat uitleg mag geven. Diegene doet dan ook alles, je set opbouwen, controleren
en onderwater je lucht checken. Als je zelfstandig gaat duiken moet je dus alles weten. Hoe iets werkt hoe je veilig doet duiken en alles wat er bij komt kijken. Het is niet heel moeilijk je moet het gewoon er in stampen, want anders is het gevaarlijk voor je zelf en voor je buddy waarmee je duikt. Er zijn verschillende opleidingen die je buiten open water kan doen om je zelf te verbeteren. Bijvoorbeeld: Advanced open water diver , rescue diver, master scuba diver en technisch duiken. Er zijn er nog veel meer.
Advanced open water duiker: 15 jaar en ouder, 18 tot en met 30 meter.
Rescue diver: 12 jaar en ouder, je gaat hier niet dieper maar je leert hoe je jezelf en andere kan redden. Master scuba diver: 12 jaar en ouder, je gaat hier niet dieper maar je hebt dan de hoogste opleiding gedaan.
Technisch duiken: 18 jaar en ouder, tot en met 50 meter diep.

Duikuitrusting
Natuurlijk heb je ook een uitrusting nodig. Het is voor warmte, bescherming en om dingen mee te nemen. Het is zeer belangrijk om een uitrusting te hebben. je moet om de 3 jaar je luchtfles gekeurd worden ook moet je je zelf keuren, jezelf keuren in voor je eigen veiligheid. Het is niet noodzakelijk maar het is zeker wel handig om te doen. je noemt je uitrusting ook wel je duikset dan heb je het alleen over je apparatuur.
.wat heb je nodig:
Buitenduiken: natpak , schoenen, handschoenen, trimvest , octopus, manometer, 2 automaten, inflator, duikfles, lood, duikbril, duikcomputer, vinnen
Ook kan je voor buiten duiken een droogpak gebruiken daar heb je alleen een droogpak voor nodig met een dik onderpak een extra inflator en termo sokken.
Binnenduiken: trimvest, octopus, manometer, 2 automaten, inflator, duikfles, (lood), duikbril, vinnen
Gebaren en oefeningen
Onderwater kan je natuurlijk niet communiceren, maar om elkaar wel te begrijpen en weten wat je gaat doen hebben je hand gebaren. Hieronder zie je de meest voorkomende duikhandgebaren met betekenis.

 OKÉ          OMHOOG                 HOEVEEL LUCHTDRUK HEB JE          OMLAAG       KEREN

Je moet ook bepaalde dingen oefenen. Die oefeningen zijn bedoeld om makkelijk door het water te kunnen bewegen, hoe je stabiel kan blijven liggen, hoe je moet reageren als er gevaar is. Waarom dat gedaan word ik omdat je onderwater heel snel in paniek kan raken.
En doordat je in paniek raakt ga je gekken dingen doen. Hier word overal heel erg veel mee geoefend. Zelf ben ik maar een keer in paniek geraakt maar dankzij die oefeningen wist ik wat ik moest doen. verder was er niks meer gebeurt.

Gevaren
Bij duiken zijn er wel veel gevaren. Nou ja veel er zijn gevaren die extreem kunnen zijn. Er zijn daarom ook wel wat duik ongevallen. De meest voorkomende duikgevaar is decompressieziekte,
Decompressieziekte: decompressieziekte noem je ook wel caissonziekte. Lucht bestaat uit stikstof en zuurstof. Doordat de lucht onder hoge druk is samengeperst, bevat elke ademteug in de diepte veel meer moleculen dan een ademteug aan de oppervlakte. Doordat zuurstof door het lichaam wordt gebruikt, hopen de extra zuurstofmoleculen die onder hoge druk zijn ingeademd zich meestal niet op. De extra stikstofmoleculen hoopt zich wel op in het bloed en in het weefsel. Wanneer de omgevingsdruk tijdens het opstijgen weer daalt wanneer de druk verlaagd wordt, vormt de opgehoopte stikstof die niet meteen kan worden uitgeademd belletjes in het bloed en het weefsel. De belletjes kunnen uitzetten en weefsel beschadigen of bloedvaten in van organen afsluiten. Dit kan direct gebeuren of via bloedstolseltjes die bij dit proces om de stikstofbelletjes ontstaan. De afgesloten bloedvaten veroorzaken pijn en allerlei andere symptomen. Stikstofbelletjes veroorzaken bovendien ontstekingen, waardoor spieren, gewrichten en pezen opzwellen en pijnlijk worden.
Stress: de meest ongevallen zal je merken dat stress een rol heeft gespeeld of de oorzaak is geweest. Door te veel stress onderwater kan je tot vlucht gedrag aan zetten wanneer je geconfronteerd word met iets wat je bang maakt, of het kan je zodanig emotioneel maken dat je niet meer weet hoe je er mee om moet gaan en dus in paniek kan raken. Het klinkt helemaal niet ernstig maar het kan het wel zijn. Je kan dan gaan denken ik moet snel naar boven gaan en dan is het gevolg decompressie ziekten. Dus met andere woorden stress kan je naar andere gevaren toe leiden.
Hitte uitputting: als je in een droogpak/natpak in de felle zon gaat staan kan het leiden naar hitte uitputting. Omdat je hier bij heel warm word kan je onwel worden. Als het net gebeurt is en mensen doen het pak uit meestal komen ze er dan boven op.
Er zijn nog heel veel andere gevaren. Je kan bij alle gevaren hulp bieden daar hoort de opleiding resque diver bij.
Er word hier nu beschreven dat duiken heel erg gevaarlijk is, maar eigenlijk valt het mee. Bij elke sport kan er iets gevaarlijks gebeuren. Maar met duiken word er super veel opgelet. Je apparatuur is super veilig gemaakt dus het is niet zo dat onderwater iets met je automaat gebeurt dat je ineens niet meer kan ademhalen. Dat kan niet gebeuren.
Instructeur
Als je ergens een opleiding gaat doen heb je een instructeur nodig. Dit is een persoon die een opleiding heeft gedaan om mensen die bij jou een opleiding willen doen het ook mag geven en daar verstand van te hebben. die gene kan dan elke opleiding geven die er bestaat. Maar er is nog iets. Er bestaat ook een divemaster. Die kan de instructeur helpen met opleidingen te geven. Omdat het vaak wel druk is in de periode waar vaak mensen opleidingen komen doen zodat ze op vakantie kunnen gaan duiken, helpen divemaster`s om die mensen te leren hoe je de oefeningen moet doen. hieronder zie je een tabel staan wat een instructeur wel mag en wat een divemaster mag.

Wat mag een divemaster en wat mag een instructeur
divemaster Instructeur
1.    Toetsen afnemen   Niet   Wel
     2.    Oefeningen leren   Wel   Wel
           3.    Examen afnemen.   Niet, (wel helpen ondersteunen)   Wel

Zoals je ziet mag een instructeur alles. Een divemaster niet. Waarom? Dat komt omdat een divemaster niet voor alles heeft geleert en een instructeur wel.

Buddy
Een buddy hebben is super belangrijk. Je buddy assisteert je met dingen zoals het aantrekken en controleren van je uitrusting voor het begin van de duik, herinnerd je aan het controleren van je diepte, duiktijd en luchtvoorraad en geeft hulp in een noodgeval. Je moet zeker hetzelfde terug doen voor je buddy.
Zo kan je een leuke en veilige duik maken.
Een buddy hebben is meer dan een veiligheidsregel. Met iemand anders samen duiken is veel leuker dan in je eentje. Samen kun je je ervaringen en onderwateravonturen delen. En natuurlijk dingen zien die je anders niet zou hebben kunnen zien.
Er zijn drie belangrijke regels van het hebben van een buddy: 1. Het is praktischer, 2. Het is veiliger, 3. Je hebt meer plezier er aan. je bent voor elkaar verantwoordelijk. Je hoeft niet elke duik met de zelfde persoon te duiken. Het is ook belangrijk om met andere mensen te duiken, zo geef je elkaar je eigen ervaringen door.

Ademhaling
Onderwater kan je niet ademen. Daarom heb je een duikfles. Maar ook al adem je onderwater lucht, het is toch anders dan dat je in de oppervlakte ademt.
Elke ademteug bevat zuurstof dat je lichaam nodig heeft om energie te produceren. Wanneer er lucht in je longen komt haalt het bloed zuurstof eruit en vervoert het bloed de zuurstof je hele lichaam door. Je bloed neemt ook koolstofdioxide eruit. Dat is een afvalstof van zuurstof. Dat blaas je dus ook uit. Dat vind alleen in de longen plaats. Wanneer je inademt is de eerste lucht die in je longen komt de lucht die in je longen komt de lucht die bij de laatste keer uitademen in de dode ruimte achterbleef. ( een dode ruimte is lucht die geen directe rol speelt in de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide). Om zo efficiënt mogelijk te ademen tijdens duiken moet je onderwater langzaam en diep in ademen. Zo kan je ook langere duiken.

Duikomgeving
Je hebt verschillende duikomgevingen. Je hebt een kale omgeving hier bedoelen ze bijvoorbeeld een zwembad mee. En je hebt een beschutte omgeving. Daar bedoelen ze een buitenwaterduikplek mee. Je hebt daar dus ook verschillenden omstandigheden zoals: temperatuur, zicht, waterbeweging, bodemgesteldheid, waterleven, zonlicht. Al deze omstandigheden kan ervoor zorgen dat je een fijne duik heb. Temperatuur is zeer belangrijk want stel je weet niet dat het water 6 graden is en je komt naar de duikstek met een natpak dat is super koud dus dan kan er al voor zorgen dat het niet fijn is. zicht is ook belangrijk want het is fijner om zicht te hebben boven 6 meter dan kan je veel meer zien. Als het beneden 6 meter is betekent niet dat dan je duik verpest is. het is ook leuk omdat ooit meegemaakt te hebben maar om veel zicht te hebben is wel wat leuker. Waterbeweging is de manier van voortbewegen onderwater. Het fijnste is om stabiel te liggen en om ontspannen te zijn. Dingen die daar voor zorgen is het lekker warm te hebben, dat je fles op de juiste plaats en hoogte zit en dat dingen niet te strak zit. Om goed door het water te bewegen moet je gestroomlijnd liggen. Bodemgesteldheid de meeste tijd dat je onderwater zit je dicht bij de bodem. De bodemgesteldheid heeft invloed op je manier van duiken. Bodemgesteldheid kan je indelen in slib, modder, zand, rotsen, koraal en begroeing. Bij sommige bodems is het niet fijn voor andere duikers dat je dicht op de bodem duikt. Want je kan veel stof wolken veroorzaken en dat leid naar slecht zicht. Waterleven als duiker ben je altijd bezig met het waterleven want daarom duik je meestal. Om het onderwaterleven te zien. Jij bent ook verantwoordelijk voor het leven onderwater als je in het water zit. Het waterleven zijn de vissen, de planten en de wrakken. En die dingen zijn leuk om te zien. Zonlicht is ook onderwater want het kan gewoon door het water heen. Het water kan zich daardoor opwarmen en het kan dingen oplichten.

Duikplanning
Een duikplanning voorkomt dat je door misverstanden met je buddy`s, vergeten uitrusting of slechte omstandigheden op de duikstek teleurgesteld wordt met andere woorden je plant je plezier. Een duikplanning bestaat uit vier stappen: planning vooraf, voorbereiding, allerlaatste voorbereiding en de planning net voor de duik.
Planning vooraf: een planning begint pas als je besluit om te gaan duiken. In die fase kies je een buddy dat kan je doen al thuis dat je iemand belt of een appje stuurt, maar dat kan ook pas bij de duikstek. Zodra je er een hebt ga je een doel bepalen je gaat dan afspreken wat je gaat doen, welke richtingen je op wilt gaan en wat je graag onderwater wilt gaan zien.
Voorbereiding: voordat je naar de afgesproken duikstek gaat moet je je uitrusting bij elkaar pakken. Je moet dan controleren of je duikfles vol genoeg is. ook is het handig om dan alle je spullen die je mee gaat nemen te controleren. Dan kan je nog het reparen.
Allerlaatste voorbereiding: vlak voordat je vertrekt om te gaan duiken moet je het toch nog controleren hier heb je vijf stappen voor: 1. Controleer het weer 2. Laat mensen weten waar je gaat duiken, wanneer je ongeveer terug zou kunnen zijn 3. Pak de laatste dingen bij elkaar zoals: een jas, muts, hoed, portemonnee, lunch, koelbox, brevetpas en je logboek. Er zitten ook dingen bij die niet noodzakelijk zijn 4. Doe je spullen in een duik tas als je dat nog niet hebt gedaan 5. Doe een laatste snelle check zodat je zeker weet dat je niks bent vergeten.
Planning net voor de duik: plan de details op de duikstek zelf. Voordat je je spullen in elkaar zet kun je het beste: 1. De omstandigheden evalueren 2. Besluit of de omstandigheden goed zijn voor de duik 3. Besluit waar je het water in gaat 4. Bespreek de handsignalen 5. Besluit wat je doet als je elkaar kwijtraakt 6. Spreek af hoelang, diepte en je luchtdruk limieten zijn 7. Bespreek wat je moet doen als er een noodgeval is
Duik je plan: het heeft niet veel zin om een duikplanning te maken en er dan niets mee te gaan doen. je hebt meer plezier en geen problemen wanneer je duik overeenkomt met wat je hebt afgesproken. Een duikplan moet niet super moeilijk zijn het kan gewoon de meest simpele dingen zijn die erin staan.
Een duikplan is niet perse nodig. Het kan handig zijn als je het voor het eerst buiten gaat doen. als het elke week gaat doen is het na een tijdje niet meer nodig om te gaan doen.

Bootduiken
Het kan zijn dat ook soms van een boot af gaat duiken. Op veel plaatsen moet je met een boot naar de stekken met het beste zicht.
De boten brengen je naar plekken die vanaf de kust niet bereikbaar zijn. Het is ook heel leuk om op een boot te zitten die je naar een plek toe brengt. Zelf heb ik een keer op een boot gezeten die ons naar een plek bracht ik vond het zelf veel leuker dan dat je zelf naar het water toe loopt. Wat is er nou zo anders aan bootduiken? Je kan veel meer leukere plekken bezoeken, je kan met je spullen er afspringen ( de comandosprong), je kan van het uitzicht genieten. Maar het is niet anders dan dat je normaal zou duiken het is meer de weg er naar toe die is leuk om mee te maken.

Kompas navigatie
Bij het duiken heb je een kompas nodig. Zo weet je ongeveer waar je zit en kan je ook weer terug komen bij je instap. Door een kompas te gebruiken raak je minder snel gedesoriënteerd.
Met navigatie is je duik op meerdere manieren leuker. Je kunt je duik zo plannen dat je geen tijd en lucht verspilt met zoeken naar de leuke plekken. Als je altijd weet waar je bent kun je makkelijk de weg naar je boot of instap toe als er een probleem en je weet waar je nog niet bent geweest. Je navigatie helpt je om in een rechte lijn te duiken. Je kompas onthoud waar het noorden is en dus je weet heel makkelijk te vinden welke je kant op moet gaan. In het begin zal op kompas duiken moeilijk zijn. Maar nadat je het vaker hebt gedaan en snapt hoe het moet is het makkelijk en leuk. Ook hier heb je vier regels voor:
1. Zeilstreep: de zeilstreep geeft aan welke richting je op gaat. Hij loopt midden over de kompas. Op sommige staat de streep tussen de markeringen van 0 tot en met 180 graden. Je navigeert altijd met de zeilstreep de richting op waar je naartoe gaat. Als je niet de zeilstreep gebruikt ben je niet aan het navigeren en raak je heel snel de weg kwijt.
2. De magnetische kompasnaald: in het midden van het kompas zit een naald of op een schijf gedrukte pijl die binnen het kompas vrij kan rond draaien. Deze magnetische naald of kompas naald wijst altijd naar het noorden. Hierdoor ontstaat er een hoek met de zeilstreep die je gebruikt om in een rechte lijn te duiken.
3. Stelring: de meeste duikkompassen hebben een draaibare stelring. De stelring bevat twee kleine markeringen die je over de kompas naald heen zet. Zo blijf je rechtdoor duiken.
4. Graadaanduidingen: op de meeste duikkompassen staan getallen zodat je je koers kunt opschrijven, namelijk je zwemrichting gemeten in graden vanaf het noorden. Sommige kompassen zijn alleen verdeeld in noord, zuid, oost en west deze zijn geschikt voor algemene navigatie maar als je gaat duiken heb je een graadaanduiding nodig
Dit is alles wat je moet weten als je op kompas gaat duiken. En wat heel belangrijk is om te weten.

Bronvermelding

www.mercBronvermelding
duikteamleudal.nl
boek: open water diver manual

 

Afsluiting

Het maken van het werkstuk vond ik heel leuk om te doen. ik heb best wel veel dingen bij geleerd. Ik was wel veel belangrijke dingen vergeten. Dus het was best wel handig om hier een uitgebreid werkstuk van te maken. Mijn mening is dat ik dit nog steeds een super leuke sport vind om te doen en ook om er over te vertellen. Er is veel variatie in het duiken en dat vind ik heel erg leuk. Door het werkstuk vind het nog leuker. Ik ben trots dat dit mijn sport is en dat zou ik ook altijd vinden.